Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome 7,18-25a.
Broeders en zusters, ik ben mij bewust, dat er in mij, dat wil zeggen in mijn vlees,
niets goeds woont. De goede wil ligt binnen mijn bereik, maar niet de goede daad.
Ik doe niet het goede dat ik wil, maar het kwade dat ik niet wil.
Als ik doe wat ik eigenlijk niet wil, ben ik niet meer de handelende persoon,
maar de zonde, die in mij woont.
Ik ontdek in mij dus deze 'wet': als ik het goede wil doen, dringt het kwade zich aan mij op.
Mijn innerlijk schept behagen in Gods wet,
maar in mijn handelen ontwaar ik een andere wet, die strijd voert tegen de wet van mijn rede,
en mij gevankelijk uitlevert aan de heerschappij van de zonde over mijn daden.
Rampzalige mens, die ik ben! Wie zal mij redden van dit bestaan ten dode?
God zij gedankt door Jezus Christus onze Heer!
Psalmen 119(118),66.68.76.77.93.94.
Leer mij goed oordelen en onderscheiden,
ik heb vertrouwen in uw geboden.
Goedgunstig zijt Gij en goed zijn uw daden
laat mij slechts weten wat Gij beschikt.
Maar laat uw erbarmen mij nu vertroosten
zoals Gij uw dienaar eens hebt beloofd.
Door uw barmhartigheid moge ik leven
omdat ik mijn vreugde vind in uw wet
Ik zal uw bevelen nooit meer vergeten,
omdat Gij mij daardoor leven schenkt.
Ik ben de uwe: maak mij gelukkig,
ik tracht te volbrengen wat Gij beveelt.
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 12,54-59.
In die tijd zei Jezus tot de menigte: 'Wanneer gij een wolk ziet opkomen uit het westen,
zegt ge terstond: er komt regen; en zo gebeurt het ook.
En wanneer ge ziet dat er een zuidenwind waait, zegt ge: het wordt gloeiend heet; en het gebeurt.
Huichelaars! Van het beeld van land en lucht weet ge de juiste betekenis te bepalen, maar waarom dan niet van deze tijd?
Hoe komt het dat ge niet uit uzelf de juiste gevolgtrekking maakt?
Wanneer gij met uw tegenpartij naar de overheid gaat, doe dan onderweg nog moeite
u van hem te bevrijden; anders zou hij u wel eens voor de rechter kunnen slepen,
de rechter zal u aan de gerechtsdienaar overleveren, en de gerechtsdienaar zal u in de gevangenis werpen.
Ik zeg u: Ge zult er niet uitkomen, voordat ge tot de laatste cent betaald hebt.'