Lezing uit het boek Prediker 1,2.2,21-23.
Lucht en leegte, zegt Prediker, lucht en leegte, alles is leegte.
Want heeft iemand door zijn kennis en wijsheid moeizaam iets gepresteerd, hij moet
het toch overlaten aan een ander die er niets voor gedaan heeft. Ook dat is ijdel, onzinnig.
Wat heeft een mens dan aan zijn gezwoeg, aan al zijn zorgen en tobben onder de zon?
Zijn leven is een lijdensweg, zijn werk een bron van ellende.
Zelfs ' s nachts vindt hij geen rust. Ook dat is ijdel.
Psalmen 90(89),3-4.5-6.12-13.14.17.
U doet de sterveling terugkeren tot stof
en zegt: 'Keer terug, mensenkind'.
Duizend jaar zijn in uw ogen
als de dag van gisteren die voorbij is,
niet meer dan een wake in de nacht.
U vaagt ons weg als slaap
in de morgen, als opschietend gras
dat ontkiemt in de morgen en opschiet,
en ’s avonds verwelkt en verdort.
Leer ons zo onze dagen te tellen
dat wijsheid ons hart vervult. Zijn dagen zijn geteld.
Keer U tot ons, Heer – hoe lang nog?
Ontferm U over uw dienaren.
Verleen ons van nu af uw rijkste zegen
laat heel ons leven gelukkig zijn.
Uw zegen, Heer God, moge over ons waken,
bestuur onze handen bij al wat zijn doen.
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de Kolosse 3,1-5.9-11.
Broeders en zusters, Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt,
streef dan naar wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God.
Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde is.
U bent immers gestorven, en uw leven ligt met Christus verborgen in God.
En wanneer Christus, uw leven, verschijnt, zult ook u, samen met hem, in luister verschijnen.
Laat dus wat aards in u is afsterven: ontucht, zedeloosheid,
hartstocht, lage begeerten en ook hebzucht
Bedrieg elkaar niet, nu u de oude mens en zijn leefwijze afgelegd hebt
en de nieuwe mens hebt aangetrokken, die steeds vernieuwd wordt
naar het beeld van zijn schepper en zo tot inzicht komt.
Dan is er geen sprake meer van Grieken of Joden, besnedenen of onbesnedenen,
barbaren, Skythen, slaven of vrijen, maar dan is Christus alles in allen.
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 12,13-21.
In die tijd zei iemand uit het volk tegen Jezus: 'Meester, zeg aan mijn broer, dat hij de erfenis met mij deelt.'
Maar Jezus antwoordde hem: 'Man, wie heeft Mij over u beiden tot rechter of bemiddelaar aangesteld?'
En Hij sprak tot hem: 'Pas op en wacht u voor alle hebzucht! Want geen enkel bezit, al is dit nog zo overvloedig, kan uw leven veilig stellen.'
Hij vertelde hun de volgende gelijkenis: 'Het land van een rijk man had een grote oogst op geleverd.
Daarom overlegde deze bij zichzelf: Wat moet ik doen? Ik heb geen ruimte om mijn oogst te bergen.
En hij zei: Dit ga ik doen: ik breek mijn schuren af en bouw grotere: daarin zal ik dan heel mijn rijkdom aan koren bergen.
Dan zal ik tot mij zelf zeggen: Man, je hebt een grote rijkdom liggen, voor lange jaren, rust nu uit eet en drink en geniet ervan!
Maar God sprak tot hem: Dwaas! Nog deze nacht komt men je leven van je opeisen;
en al die voorzieningen die je getroffen hebt, voor wie zijn die dan?
Zo gaat het met iemand die schatten vergaart voor zichzelf, maar niet rijk is bij God.'