Uit het boek Genesis 49,2.8-10.
Kom hier en luister, zonen van Jakob, luister naar Israël, je vader.
Juda, jou zullen je broers bejubelen, voor jou buigt de vijand de nek, voor jou zullen mijn zonen zich buigen.
Sterk als een jonge leeuw ben jij, je verovert je prooi, mijn zoon, en keert naar je leger terug.
Juda gaat liggen als een leeuw, vol majesteit vlijt hij zich neer – wie zou hem durven wekken?
In Juda’s handen zal de scepter blijven, tussen zijn voeten de heersersstaf,
totdat hij komt die er recht op heeft, die alle volken zullen dienen.
Psalmen 72(71),2.3-4ab.7-8.17.
Geef, o God, uw wetten aan de koning,
uw gerechtigheid aan de koningszoon.
Moge hij uw volk rechtvaardig besturen,
uw arme volk naar recht en wet.
De bergen zullen de vrede brengen,
de heuvelen gerechtigheid voor het volk.
Moge Hij recht doen aan de zwakken,
redding bieden aan de armen.
Moge in zijn dagen de rechtvaardige bloeien,
de vrede wereldwijd zijn tot de maan niet meer bestaat.
Moge Hij heersen van zee tot zee,
van de Grote Rivier tot de einden der aarde.
Zijn Naam zal eeuwig bestaan,
zijn Naam zal voortleven zolang de zon zal schijnen.
Men zal wensen gezegend te worden als hij,
en alle volken prijzen hem gelukkig.
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 1,1-17.
Geslachtslijst van Jezus Christus, zoon van David, zoon van Abraham.
was de vader van Isaak, Isaak van Jakob, Jakob van Juda en zijn broers;
Juda was de vader van Peres en Zerach, die uit Tamar geboren werden;
Peres was de vader van Chesron, Chesron van Aram,
Aram van Amminadab, Amminadab van Nachson, Nachson van Salmon,
Salmon van Boaz, die uit Rachab geboren werd; Boaz was de vader van Obed, geboren uit Ruth;
Obed was de vader van Isai en Isai van David, de koning.
David was de vader van Salomo, die geboren werd uit de vrouw van Uria;
Salomo was de vader van Rechabeam, Rechabeam van Abia, Abia van Asa,
Asa van Josafat, Josafat van Joram, Joram van Uzzia,
Uzzia van Jotam, Jotam van Achaz, Achaz van Hizkia,
Hizkia van Manasse, Manasse van Amon, Amon van Josia,
Josia van Jechonja en zijn broers in de tijd van de Babylonische ballingschap.
Na de Babylonische ballingschap werd Jechonja de vader van Sealtiel, Sealtiel van Zerubbabel,
Zerubbabel van Abiud, Abiud van Eljakim, Eljakim van Azor,
Azor van Sadok, Sadok van Achim, Achim van Eliud,
Eliud van Eleazar van Mattan, Mattan van Jakob.
Jakob nu was de vader van Jozef, de man van Maria, en uit haar werd geboren Jezus die Christus genoemd wordt.
In het geheel zijn er dus van Abraham tot David veertien geslachten, van David tot de Babylonische ballingschap ook veertien geslachten en van de Babylonische ballingschap tot de Christus eveneens veertien geslachten.