Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Efeze 3,14-21.
Broeders en zusters,, ik buig mijn knieën voor de Vader,
naar wie alle vaderschap. in de hemel en op aarde genoemd wordt:
moge Hij u in zijn onmetelijke heerlijkheid geven dat uw diepste wezen machtig door zijn Geest wordt gesterkt,
dat Christus door het geloof woont in uw hart en dat gij in de liefde geworteld en gegrondvest blijft.
Moogt gij in staat zijn met alle heiligen te vatten, wat de breedte en lengte en diepte is,
en te kennen de liefde van Christus, die alle kennis te boven gaat. Moogt gij de volheid bereikten die de volheid van God zelf is.
Aan Hem die door de kracht welke in ons werkt bij machte is oneindig meer te volbrengen dan al wat wij kunnen vragen of bevroeden,
aan Hem zij de heerlijkheid in de kerk en in Christus Jezus, tot in alle geslachten, van eeuwigheid tot eeuwigheid! Amen.
Psalmen 33(32),1-2.4-5.11-12.18-19.
Jubelt, gerechtigen, voor de Heer,
wie vroom is dient Hem te loven.
Eert dan de Heer met citerspel,
en speelt voor Hem op de harp.
Oprecht is immers het woord van de Heer
en al wat Hij doet is betrouwbaar.
Recht en gerechtigheid heeft Hij lief,
de aarde is vol van zijn mildheid.
Eeuwig blijft staan het plan van de Heer,
wat Hij heeft beraamd geldt van geslacht tot geslacht.
Gelukkig het volk dat de Heer heeft als God,
de natie door Hem tot zijn erfdeel gekozen.
Maar het is God die zijn dienaars bewaakt,
hen die op zijn gunst vertrouwen,
dat Hij hen redden zal van de dood,
bij hongersnood hen zal voeden.
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 12,49-53.
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Vuur ben Ik op aarde komen brengen, en hoe verlang Ik dat het reeds oplaait!
Ik moet een doopsel ondergaan, en hoe beklemd voel Ik Mij totdat het volbracht is.
Meent gij, dat Ik op aarde vrede ben komen brengen? Neen, zeg Ik u, juist verdeeldheid.
Want van nu af zullen er vijf in een huis verdeeld zijn; drie zullen er staan tegenover twee en twee tegenover drie;
de vader tegenover de zoon en de zoon tegenover de vader; de moeder tegenover de dochter
en de dochter tegenover de moeder, de schoonmoeder tegenover haar schoondochter en de schoondochter tegenover de schoonmoeder.'