De termen diaconie en diaconaat zijn nauw met elkaar verbonden. Het diaconaat omvat het diaconale werk (het 'maatschappelijk werk' van de kerk), terwijl de diaconie de instantie binnen de kerk is die bij uitstek – maar niet uitsluitend – verantwoordelijk is voor het diaconale werk.
In de Rooms-Katholieke Kerk wordt de zorg aan hulpbehoevenden meestal niet langer waargenomen door de gewijde diakens. Het liefdadigheidswerk in de plaatselijke parochies, dat lang vooral in handen was van vrouwelijke en mannelijke kloosterorden, is aan het eind van de 20e eeuw voor een belangrijk deel overgenomen door leken. De gewijde diakens zijn in opdracht van de bisschoppen steeds vaker verantwoordelijk voor de viering van de eucharistie, de overige sacramenten en de prediking.(1)
Onderdelen van de diaconie zijn o.a.: