Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome 5,12.15b.17-19.20b-21.
Broeders en zusters, door één mens is de zonde in de wereld gekomen en met de zonde de dood
en zo is de dood over alle mensen gekomen, aangezien allen gezondigd hebben.
De fout van een mens bracht allen de dood, maar allen schonk Gods genade
rijke vergoeding door de grote gave van zijn genade, de ene mens Jezus Christus.
Door toedoen van een mens begon de dood te heersen, als gevolg van de val van die mens.
Zoveel heerlijker zullen zij die de overvloed der genade en de gave der gerechtigheid ontvangen,
leven en heersen, dank zij de ene mens Jezus Christus.
Dit betekent: één fout leidde tot veroordeling van allen,
maar één goede daad leidde tot vrijspraak en leven voor allen.
En zoals door de ongehoorzaamheid van één mens allen zondaars werden,
zo zullen door de gehoorzaamheid van Eén allen worden gerechtvaardigd.
Maar waar de zonde heeft gewoekerd, werd de genade mateloos.
Zo heeft de zonde haar heerschappij uitgeoefend door de dood,
maar de genade zal heersen door de gerechtigheid,
en leiden tot eeuwig leven, dank zij Jezus Christus onze Heer.
Psalmen 40(39),7-8a.8b-9.10.17.
Gij hebt geen offer of geschenk gewild,
Gij hebt mijn oor geopend;
Gij vraagt geen brandoffer, geen zoenoffer van mij,
dus zei ik: 'Ja, ik kom!'
Want in de boekrol staat van mij geschreven
dat ik uw wil volbreng.
Mijn God, dat is het wat ik wil,
uw wet staat in mijn hart geschreven.
Aan velen heb ik uw rechtvaardigheid bekendgemaakt,
ik hield mijn lippen niet gesloten, Heer, Gij weet het.
Nooit heb ik uw rechtvaardigheid verborgen in mijn hart,
Laat jubelen van blijdschap die U zoeken
en steeds getuigen: 'Groot is God!' ,
die uitzien naar uw heil.
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 12,35-38.
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Houdt uw lenden omgord en de lampen brandend!
Gedraagt u als mensen die wachten op de terugkomst van hun heer, die naar de bruiloft is, om als hij aankomt en klopt, hem aanstonds open te doen.
Gelukkig de dienaars, die de heer bij zijn komst wakende zal vinden. Voorwaar, Ik zeg u: Hij zal zich omgorden, hen aan tafel nodigen en langs hen gaan om te bedienen.
Al komt hij ook in de tweede of in de derde nachtwake, gelukkig zijn de dienaars die hij zo aantreft.