Uit het boek Ezra 9,5-9.
Toen stond ik, Erza, op, beëindigde mijn boetedoening, en met gescheurde kleren en mantel
viel ik op mijn knieën en spreidde mijn handen uit naar de Heer, mijn God.
Ik zei: ‘Mijn God, ik schaam me, mijn God, ik ben te beschaamd
om mijn gezicht naar u op te heffen, want onze zonden
reiken tot boven ons hoofd en onze schuld is zo hoog als de hemel.
Vanaf de dagen van onze voorouders tot aan deze dag zijn wij zeer schuldig tegenover u,
en vanwege onze zonden zijn wij, onze koningen, onze priesters, overgeleverd
aan de macht van de koningen van andere landen, aan geweld, aan gevangenschap,
aan plundering, en aan openlijke schande, zoals nu.
En toch heeft de Heer, onze God, onlangs zijn erbarmen getoond door
een deel van ons volk te laten ontkomen, en door ons een houvast te geven
in zijn heilige plaats. Onze God heeft onze ogen doen oplichten
en ons in onze slavernij weer wat levensmoed gegeven.
Want wij zijn slaven, en in onze slavernij heeft onze God ons niet verlaten.
Hij heeft de koningen van Perzië gunstig gestemd jegens ons,
om ons weer levensmoed te geven opdat wij de tempel van onze God
kunnen laten herrijzen en hem uit de puinhopen herstellen,
en om voor ons te zijn als een veilige muur in Juda en in Jeruzalem.
Lezing uit het boek Tobit 13,2.6efgh.6ijk.6m.
Hij tuchtigt, maar betoont zich weer barmhartig.
Hij werpt ons in het diepste duister van de aarde,
maar tilt ons ook weer uit de afgrond van de dood omhoog.
Niets kan zijn hand ontvluchten.
Zie wat Hij allemaal voor u heeft gedaan,
loof Hem met luide stem.
Prijs de Heer, groot is zijn rechtvaardigheid.
Roem de koning, eeuwig duurt zijn rijk.
Keer u tot hem met heel uw hart,
wees hem met heel uw ziel gehoorzaam,
dan keert hij zich weer tot u
en zal zich niet meer verbergen.
Zie wat hij allemaal voor u heeft gedaan,
loof hem met luide stem.
Prijs de Heer, groot is zijn rechtvaardigheid.
Roem de koning, eeuwig duurt zijn rijk.
In het land waar ik als balling leef, verkondig ik hem.
Ik toon zijn kracht en majesteit aan een zondig volk.
Zondaars, keer u tot hem, doe wat hij rechtvaardig vindt.
Misschien betoont hij u zijn goedgunstigheid,
misschien zal hij barmhartig zijn.
Ik toon zijn kracht en majesteit aan een zondig volk.
Zondaars, keer u tot Hem, doe wat hij rechtvaardig vindt,
misschien zal Hij barmhartig zijn.
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 9,1-6.
In die tijd riep Jezus de twaalf bijeen en gaf hun macht en gezag over alle boze geesten en de kracht om ziekten te genezen.
Daarop zond Hij hen uit om het Rijk Gods te verkondigen en genezingen te verrichten.
En Hij vermaande hen: 'Neemt niets mee voor onderweg: geen stok, geen reiszak, geen voedsel en geen geld; niemand van u mag dubbele kleding hebben.
Als ge een huis binnengaat, moet ge daar blijven en vandaar weer afreizen.
Als men u ergens niet ontvangt, verlaat dan die stad en schudt het stof van uw voeten, als een getuigenis tegen hen.'
Toen gingen ze op weg en trokken van dorp tot dorp, terwijl zij overal de Blijde Boodschap verkondigden en genezingen verrichtten.