Uit profeet Jesaja 48,17-19.
Zo spreekt de Heer, uw Verlosser, de Heilige van Israël: Ik ben de Heer, uw God. Ik onderricht u om te helpen, en leid u op de wegen die gij gaat.
Had gij maar geluisterd naar mijn geboden, dan was uw vrede als een rivier geweest, en uw welzijn als de golven der zee,
uw kinderen zouden als het zand geweest zijn en als de korrels ervan uw nakomelingen. Uw naam zal voor mijn ogen uitgewist noch vernietigd worden.
Psalmen 1,1-2.3.4.6.
Gelukkig de man die weigert te doen,
wat goddelozen hem raden;
die niet de wegen der zondaars gaat,
niet zit te midden der spotters.
maar die zijn geluk vindt in s'Heren wet,
haar dag en nacht overweegt.
Hij is als een boom, aan het water geplant,
die vruchten draagt op zijn tijd;
des zomers verdorren zijn bladeren niet,
maar al wat hij doet brengt hem voorspoed.
De goddelozen vergaat het zo niet:
de wind blaast hen weg als kaf.
De Heer immers let op de weg der gerechten,
de weg van de zondaars loopt dood.
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 11,16-19.
In die tijd zei Jezus tot de menigte: Waarmee zal ik dit geslacht vergelijken? Het gelijkt op kinderen die op het marktplein zitten en de andere partij toeroepen:
Wij hebben voor jullie op de fluit gespeeld en jullie hebt niet gedanst; wij hebben een treurlied gezongen en jullie hebt niet op je borst geklopt.
Immers: Johannes komt, eet niet en drinkt niet, en ze zeggen: Hij is van de duivel bezeten!
De Mensenzoon komt, eet en drinkt wel, en ze zeggen: Kijk die gulzigaard en wijndrinker, die vriend van tollenaars en zondaars! Maar de wijsheid vindt haar rechtvaardigheid in haar werken.'