Uit profeet Jesaja 26,1-6.
Op die dag zal in Juda dit lied klinken: ‘Wij hebben een sterke stad, de Heer biedt ons redding als een wal, als een muur.
Open de poorten, opdat het rechtvaardige volk kan binnentreden, het volk van uw getrouwen.
De standvastige is veilig bij u, vrede is er voor wie op u vertrouwt.
Vertrouw altijd op de Heer, alleen op hem, want de Heer is een rots sinds mensenheugenis.
Hij haalt neer wie in de hoogte leven en veilig in hun onneembare vesting wonen.
Hij brengt zelf hun stad ten val, hij maakt haar met de grond gelijk, niets laat hij van haar heel.
Dan wordt ze onder de voet gelopen, vertrapt door de zwakken, vertreden door de armen.’
Psalmen 118(117),1.8-9.19-21.25-27a.
Loof de Heer, want Hij is goed,
eindeloos is zijn erbarmen.
Beter te schuilen bij de Heer
dan te vertrouwen op mensen.
Beter te schuilen bij de Heer
dan te vertrouwen op mannen met macht.
Maak open de poorten van de gerechtigheid,
daarbinnen wil ik de Heer gaan danken.
Dit is de poort van de Heer,
de vromen treden er binnen.
Ik dank U, dat Gij mij gehoord hebt,
dat Gij mij redding gebracht hebt.
Ach Heer, geef ons uw heil,
ach Heer, geef ons voorspoed.
Gezegend wie komt met de naam van de Heer.
Wij zegenen U vanuit het huis van de Heer.
De Heer is God, Hij heeft ons licht gebracht.
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 7,21.24-27.
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Niet ieder die tot Mij zegt: Heer, Heer! zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar hij die de wil doet van mijn Vader die in de hemel is.
Ieder nu, die deze woorden van Mij hoort en ernaar handelt, kan men vergelijken met een verstandig man die zijn huis op rotsgrond bouwde.
De regen viel neer, de bergstromen kwamen omlaag, de storm stak op en zij stortten zich op dat huis, maar het viel niet in, want het stond op gegrondvest op de rots.
Maar ieder die deze woorden van Mij hoort, doch er niet naar handelt, kan men vergelijken met een dwaas die zijn huis bouwde op het zand.
De regen viel neer, de bergstromen kwamen omlaag, de storm stak op en zij beukten dat huis, zodat het volledig verwoest werd.'