Uit het boek Job 19,21-27.
Erbarming, erbarming: gij tenminste, mijn vrienden, Want de hand van God heeft mij geraakt;
Waarom mij als een hert vervolgen, Nooit verzadigd aan mijn vlees!
O, werden mijn woorden opgeschreven, Opgetekend in een boek,
Met een stift van ijzer en lood Voor eeuwig op een rots gegrift:
Ik weet, dat mijn Verlosser leeft, En ten leste op de aarde verschijnt;
Dat ik mij zal oprichten achter mijn huid, En van mijn vlees uit, God zal aanschouwen!
Ja, ik zal Hem aanschouwen, Mijn ogen zullen Hem zien, maar niet meer als vijand; Mijn nieren smachten in mijn schoot,
Psalmen 27(26),7-8a.8b-9abc.13-14.
Wil luisteren, Heer, naar mijn roepende stem,
heb medelijden en wil mij verhoren.
Tot U spreekt mijn hart, naar U zie ik op.
Uw aanschijn Heer, tracht ik te zien.
Wil uw gelaat niet verbergen voor mij,
verstoot mij, uw dienaar, niet in uw gramschap
want Gij zijt mijn helper, verjaag mij dus niet.
Ik reken er op nog tijds mijn leven,
de weldaden van de Heer te ervaren.
Zie uit naar de Heer en houd dapper stand,
wees moedig van hart en vertrouw op de Heer.
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 10,1-12.
In die tijd wees Jezus tweeënzeventig leerlingen aan en zond hen twee voor twee voor zich uit
naar alle steden en plaatsen, waarheen Hijzelf van plan was te gaan.
Hij sprak tot hen: 'De oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig.
Vraagt daarom de Heer van de oogst arbeiders te sturen om te oogsten.
Gaat dan, maar zie, Ik zend u als lammeren tussen wolven.
Neemt geen beurs mee, geen reiszak, geen schoeisel; en groet niemand onderweg.
Laat in welk huis gij ook binnengaat uw eerste woord zijn: Vrede aan dit huis!
Woont daar een vredelievend mens, dan zal uw vrede op hem rusten; zo niet, dan zal hij op u terugkeren.
Blijft in dat huis en eet en drinkt wat zij u aanbieden; want de arbeider is zijn loon waard.
Gaat niet van het ene huis naar het andere.
In elke stad waar ge binnengaat en ontvangen wordt, eet wat u wordt voorgezet,
geneest de zieken die er zijn en zegt tot hen: Het Rijk Gods is u nabij.
In elke stad waar ge binnengaat en niet ontvangen wordt, trekt daar door de straten en zegt:
Zelfs het stof uit uw stad dat aan onze voeten kleeft, schudden wij tegen u af. Maar weet dit wel: Het Rijk Gods is nabij.
Ik zeg u: Op die dag zal het voor de mensen van Sodom draaglijker zijn dan voor die stad.